Dagboek van de heilige Klara,
Meersel-dreef, 8 februari 2020.
Lief dagboek,
Oh mijn lieve God, vandaag is weer de dag waarop die gehele raad van Breda met al die druk rammelende en toeterende sfeermakers als gevolg per bus mijn vertrouwde etablissement op z’n kop gaan zetten, en vervolgens met een van oeverloos gezwam voorziene toespraak mij een zo goedkoop en ranzig mogelijke worst van industrieel fabricaat aanbieden, om mij vervolgens te verzoeken om op maandag met carnaval een stralend zonnetje te laten schijnen. Schei toch uit, hou toch op, elk jaar hetzelfde liedje. Tenzij…..tenzij er dit jaar weer respons komt vanuit het ietwat oostelijker gelegen Dringersgat. En dat zal toch wel, want ik heb al weken Rob Bosmans rond zien dwalen op de strijbeekse heide. Dan weer links, dan weer rechts, of die man niet weet wat hij wil, of het wil zeggen dat de Roadrunners uit Gilze zich weer bevoorraad met kwaliteitsmateriaal van de plaatselijke slachter (in worstvorm) zich via een nieuwbakken route in de richting van dit pre carnavaleske evenement gaan begeven. Ik wrijf nog eens goed de overtollige soep uit mijn hemelse ogen en kijk op de wijzerplaten van mijn klokje. 8 uur scherp, en jawel een blik richting dringersgat verraad een voortspoedende beweging van een groep van 8 sportieve mannen van bovengemiddelde leeftijd, en oh sorry 1 ervan een jonge adonis, en 4 rijenaren (grapje). Gehuld in modieuze fluoriserende tinten zodat ze voor mij goed opvallen in het onherbergzaam terrein die de route herbergt, ontsproten in het licht sadistische brein van de routeplanner van deze dag. Toch lijkt het dit jaar wel mee te vallen, want zelfs Ton Swolfs blijft overeind, en paradeert met de stabiliteit van een (blinde) koorddanser door de chaamse bossen. Na een paar ommetjes waardoor de teller op 12 km. staat, verschijnt deze groep aan de chaamseweg alwaar Robert, beter bekend als ;de Meeuw, staat te wachten op het rendez vous punt. Vanuit chaamse zijde zie ik met gezwinde spoed ook al een busje met opdruk TBB alle snelheidsregels aan z’n laars lappen, met als resultaat dat ze toch 10 seconden voor aankomst van 12 bezweette kilometervreters aankomen, zodat ze toch kunnen zeggen dat ze weer op tijd waren , Hulde Hulde. Ondertussen neem ik in ogenschouw even de stand van zaken bij de zevenster en tot mijn groot genoegen zie ik dat mijn favoriete gasten weer koninklijk zullen worden ontvangen met een riante zitplaats en een heerlijke versnapering. Sorry ff afgeleid. Focus op de groep sportievelingen die wel heel veel moeite doen voor een zonnestraaltje meej carnaval. Inmiddels met een dubbel zo grote formatie doorkruisen zij de instabiele paden rondom het landgoed Hondsdonk. Al slootje springend ( kees nam slootje springen wel iets te letterlijk, hij sprong ook echt IN de sloot) en over de verradelijk veel op elkaar gelijkende gangen van de strijbeekse heide (toch Rob ?)bereiken ze tot mijn genoegdoening , na nog enkele kilometers belgisch asfalt, mijn thuishaven ; de zevenster. Ik zie ze nog snel op de foto gaan en daarna rap naar binnen om lekker om te kleden en op te frissen. Dat opfrissen was meer in de vorm van fijne luchtjes uit een spuitbusje, schoon wordt je er niet van, lekker fris ook maar voor een half uurtje, maar goed dat later nog van pas komen. Mijn humeur maakt een vreugdedansje omdat ik zie dat deze groep dringers en dringerinnekes (baviaon,en wat wringers) uitmuntend gesoigneerd worden door bedienend personeel dat ze voorziet van koffie, thee, en overheerlijke smoskes. Onder nog luider gejuich werden later de non, licht, zwaarder en zwaar alcoholische versnaperingen ter tafel gebracht. Bim bam… bim bam, de klok slaat twaalf uur. Mijn plicht roept te verschijnen bij het offeringsaltaar alwaar een trouwe dienstdoende pater een breed spectrum worsten uit het kielegat in ontvangst zal nemen. Aangezien het gepaard gaat met een hoop blablabla, heb ik nog wel tijd om met een schuin oog een blik te werpen in de drankgelegenheid. Lamgeslagen liggen daar nu enkele achtergebleven roadrunners over tafel. Een nader inspecterende blik laat zien dat ze (nog) niet lam zijn, maar schuddebuikend, de ogen betraand onder invloed zijn van de verhalen en bakken van Jack Marinus. Oh let op Klaartje, in de tuin is het de beurt aan de roadrunner Gilze, die hebben tenminste goeie worst bij, en hebben mijn morgen lekker gevuld omdat ik hun sportieve jaarlijkse ritueel heb mogen aanschouwen. Ik heb 1 dag lekker weer te vergeven, en die gaat mee naar Gilze, in Breda kijken ze maar met d’r geblaas(zoals zo vaak de laatste jaren). Nou hehe hebben we dat ook weer gehad, kan die kielegatse fanfare binnen weer wat gaan toeteren, wel heel gezellig overgins. Ze zetten het nummer sweet caroline in, zouden ze daarmee de lucht bedoelen de rond de roadrunners hangt… zweet caroline. Toch hoop ik dat ze snel afnokken, want het wordt zoal stillekes aan tijd voor mijn middagdutje. Gelukkig zie ik de bus al aankomen en volwassen als ze zijn stappen ze allen tijdig in voor een voorspoedige rit huiswaarts. De chauffeur en Jack doen nog een wedstrijdje moppen tappen, en terwijl de laatstgenoemde zwaar overmodulerend door de microfoon bralt, vergeet de bestuurder in Chaam de gerichtste weg richting Gilze te nemen. Hierdoor wordt mijn powernap nog een tijdje uitgesteld, want ik wil er wel van overtuigd zijn dat deze lieden heelhuids en tijdig hun bestemming bereiken, ik zie ze immers graag volgend jaar weer terug ! En ja hoor gelukkig komt alles goed en na een omtrekkende beweging wordt toch de locatie van de alphensebaan aangedaan. Eind goed al goed. Namens mij ; Rob en Carla bedankt,tot volgend jaar….en bedankt voor de worst, laat oew paraplu maar thuis met carnaval !
Dag lief dagboek, tot morgen,
Klara